Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

maandag 12 september 2011

Aan Twickel


Intentieverklaring gemeente Rheden met Twickel - dec. 1996
Klik op de afbeelding om te vergroten

 Door: Joop Zijlstra

Uw brief van 2 september 2011,
Kenmerk TW2011-0523/AHS-ye

Geachte dames en heren van het bestuur van de stichting Twickel.

Uit uw aangehaalde brief blijkt dat u benieuwd bent naar het antwoord op onze (herhaalde) vragen aan het College van B.& W. van de gemeente Rheden naar stukken betreffende zijn bestuurlijke stappen in het verlengde van de afspraak met uw stichting van eind 1996 over de verlegging van de N348. U vraagt zich af ‘of er nog voor ons onbekend gebleven informatie naar boven komt’ en schrijft voorts: ‘Pas toen er plannen werden ontwikkeld voor een betere inpassing en vermindering van de barrièrewerking (van de N348. Z) binnen de bebouwde kom van Dieren kwam er schot in de zaak.’

De verlegging van de N348 is inderdaad rond het jaar 2000 in plan Hart van Dieren terecht gekomen als voorwaarde voor rijkssubsidie. Toenmalige gedeputeerde mevrouw M. van Haaren onderstreepte in maart 2010 het karakter ervan. Het was een ‘harde voorwaarde’
Naar u bekend is moest er volgens plan ‘Hart van Dieren’ een ecoduct worden aangelegd ter hoogte van Hof te Dieren op een door B.& W. van Rheden geschikt geachte plaats. Op die plek konden spoor en N348 dan worden overbrugd. Het ministerie van Landbouw zou de kosten dragen van ecoduct en wegverlegging.
U weet dat dit ecoduct in het nieuwe plan ‘Traverse Dieren’ niet meer voorkomt vanwege de ongeschiktheid van de gekozen plaats! In dat plan ‘Traverse Dieren’ werd de wegverlegging vervolgens gecombineerd met een andere ‘onontkoombare’ wenselijkheid.

Graag meld ik u hier resultaten van ons zoeken sinds maart 2010 naar het antwoord op de vraag hoe die ‘harde voorwaarde in het plan ‘Hart van Dieren’ terecht kwam. Ons onderzoek kostte veel tijd en is nog niet tot een eind gekomen.

* November 2010: Het coördinerend ministerie van VROM deelt uiteindelijk mee dat van een harde voorwaarde van het Rijk geen sprake is.
* December 2010: De provincie Gelderland laat aan de hand van gespreksverslagen zien dat het Ministerie van Landbouw aan de subsidie de voorwaarde van verlegging van de N348 verbindt.
* Maart 2010 (herhaald W.O.B.-verzoek): er bevinden zich op het Ministerie van Landbouw geen stukken die betrekking hebben op het beleid terzake. De stukken op het ministerie van landbouw zijn vernietigd omdat Landbouw geen archiefhouder was van het project in de gemeente Rheden. De ambtenaar met de zorg voor het betreffende beleidsonderdeel en het dossier ervan is gepensioneerd.
(aanvullende gegevens van juli 2010).

Bevindt ons onderzoek zich nu op een doodlopende weg? Wij wachten af wat ons jongste herhaalde W.O.B. verzoek aan het gemeentebestuur van Rheden oplevert.
Ook zijn wij nog in afwachting van ons (herhaald) verzoek aan de provincie om aan te geven wie het was die van de kant van het ministerie van Landbouw de ‘harde voorwaarde’ formuleerde die wij aantroffen in de verslagen van gesprekken met het ministerie. (Ambtenaren konden eerder vanwege privacybescherming de naam van betrokkene niet vrijgeven. Op de door de provincie beschikbaar gestelde verslagen waren namen onherkenbaar gemaakt.)

Het lijkt ons dat de betrokken ambtenaar heel precies zou kunnen aangeven hoe het College van B.& W gehandeld heeft in de onderhavige materie. )* Uw bestuur zou ons ook over een en ander kunnen informeren. Het is aan u dat te doen. Wij zijn afhankelijk van uw bereidheid daartoe.
Blijft ons onderzoek vruchteloos? Wij hopen van niet. Wij doen al het mogelijke daarvoor.
Op onze zoektocht hebben wij heden, 14 september, een onderhoud op het Ministerie EZ, Landbouw en Innovatie.
Onze hoop op eenduidige gegevens geven wij dus niet op!
Ons is intussen wel gebleken dat het met de transparantie van het openbaar bestuur, tenminste in deze, niet erg goed gesteld is.
Is de Wet Openbaarheid van Bestuur niet een wat twijfelachtig instrument om het overheidshandelen goed en gemakkelijk na te gaan?
Met hoogachting
en met een vriendelijke groet,

namens Het Comité,
Drs J.A. Zijlstra, secretaris

)* De commissie M.I.E. van de provincie zou in haar controlerende taak, eventueel onder geheimhouding van diens persoonlijke gegevens aan betrokkene kunnen vragen naar de gang van zaken.

cc De leden van de commissie M.I.E.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten