Geef uw mening!
Stuur uw brieven, foto's, afbeeldingen, filmpjes of cartoons naar
theo.kooijmans@gmail.com
Maak het niet te bont. De redactie behoudt zich het recht voor om inzendingen zonder opgaaf van redenen te weigeren.

dinsdag 16 september 2014

Blokkade Nimmer Dor niet opgeheven

Door: Bob Bouhuijs

De uitspraak die de Raad van State vorige week deed over het bestemmingsplan Laag-Soeren Oost, lijkt een belangrijke overwinning voor de voorstanders van het bouwplan Nimmer Dor. Het bestemmingsplan is hiermee immers definitief en kan niet meer worden aangevochten. Toch maakt deze uitspraak het voor de gemeente niet mogelijk het bouwplan Nimmer Dor op korte termijn te verwezenlijken. De ontheffing, die nodige is vanwege de aanwezige steenuilen en door de Stichting  NimmerdorNee wordt aangevochten, kan door het ministerie van Economische Zaken alsnog worden ingetrokken. Dit levert mogelijk een serieuze belemmering voor de verwezenlijking van het plan.

De uitspraak is in meerdere opzichten opmerkelijk. Zo is het opvallend dat de gemeente wel heel eenvoudig weg komt met het grotendeels achterwege laten van een toetsing aan provinciale beleidskaders. In de strijd tegen het bouwplan is bijvoorbeeld meerdere malen beklemtoond dat het plan niet te verenigen is met het principe ‘groene wig’ uit het Streekplan. Onder anderen het voormalige Gelderse Statenlid Martijn Leisink (D66) en het Rhedense raadslid Henk Molenaar (SP) hebben Nimmer Dor betreffende dit beleidskader kritisch aan de orde gesteld.



Dat deze toetsing in de bestemmingsplanprocedure volledig afwezig is - de tekst van het bestemmingsplan rept nergens over ‘groene wiggen’ - is voor de Raad kennelijk geen bezwaar de gemeente hier het voordeel van de twijfel te gunnen. De wel heel povere toelichting van de gemeente tijdens de zitting van 4 juli volstaat blijkbaar. ‘Gelet op de toelichting van de raad [bedoeld wordt de gemeenteraad] heeft hij dit beleid in de belangenafweging betrokken,’ aldus de uitspraak. Hierbij doemt de vraag op in hoeverre provinciale beleidskaders er überhaupt nog toe doen. Een korte opmerking tijdens een zitting is volgens de Raad immers bevredigend. Werkelijke, goed doorwrochte en op schrift gestelde, toetsing hoeft dus niet plaats te vinden.
Eenzelfde curieus feit doet zich voor met betrekking tot het zoeken naar alternatieve bouwlocaties. De aanwezigheid van steenuilen op Nimmer Dor had de gemeente er toe moeten bewegen op zoek te gaan naar een alternatief plangebied. Ze heeft dit echter nagelaten. Tijdens de zitting heb ik, als voorzitter van de stichting, zelf aangegeven dat dergelijke alternatieven in het dorp wel degelijk aanwezig zijn, waarbij ik ook heb betoogd dat het verrijzen van een groot bouwproject in een klein dorp als Laag-Soeren misschien wel niet wenselijk is.

De Raad van State vond mijn redenering kennelijk onbevredigend en stelt nu dat door mij onvoldoende weersproken is dat er elders in de dorp geen ruimte zou zijn voor de te bouwen nieuwe woningen. Hier rijst de vraag bij wie nu de bewijslast ligt. De gemeente hoeft blijkbaar niet aan te tonen dat onderzoek is gedaan naar alternatieven. Wij als stichting moeten wel bewijzen dat de gemeente hier steken heeft laten vallen. Er op wijzen dat de bestemmingsplantekst geen blijk geeft van een dergelijk onderzoek, voldoet in de ogen van de Raad niet. Wat wij dan wel hadden moeten doen om dit hiaat aan het licht te brengen, blijft onbesproken.
Ook in relatie tot het meest wezenlijke vraagstuk, de steenuilenkwestie, is de uitspraak kort door de bocht. Zonder inhoudelijk diep op de in opdracht van de gemeente en de stichting uitgevoerde ecologische onderzoeken in te gaan, stelt de Raad zich aan de zijde van de gemeentelijke rapporten: Waardenburg en Arcadis hebben gelijk, EcoNatura en Sovon niet. Waarom de Raad de positie van Waardenburg/Arcadis verkiest boven die van EcoNatura/Sovon wordt in de uitspraak nauwelijks toegelicht. De Raad komt in feite niet verder dan te signaleren dat de argumentaties van Waardenburg en Arcadis adequaat zijn. Waarom Econatura en Sovon ongelijk zouden hebben, blijft wederom  in nevelen gehuld.

Interessant is wel dat de Raad van State geen uitspraak doet over de vraag of de Flora- en faunawet, vanwege de aanwezigheid van steenuilen, met de bouw van Nimmer Dor wordt overtreden. De Raad meent dat de gemeenteraad niet bij voorbaat had kunnen weten dat het plan door deze wet niet realiseerbaar kan zijn. Dit standpunt bekent dus allerminst dat het plan wel te verwezenlijken is. Een inhoudelijke toetsing moet daarom nog plaatsvinden in de Flora-en fauna-procedure, een apart juridisch traject. De advocaat van de stichting, Barry Meruma, heeft hierover een lezenswaardig artikel geschreven op de website van zijn advocatenkantoor.
Dat de Raad de ontvankelijkheid van de Stichting NimmerdorNee niet in twijfel heeft getrokken, is overigens wel een winstpunt. De gemeente heeft geprobeerd de stichting op een zijspoor te zetten door te beweren dat deze uitsluitend was opgericht om juridische procedures te voeren. De Raad gaat hierin niet mee en stelt ‘dat de belangen van de Stichting NimmerdorNee rechtstreeks bij het bestreden besluit zijn betrokken’. De poging van de gemeente om de stichting buiten deze procedure te houden is hiermee verijdeld.
De uitspraak zelf is te lezen op de website van de Raad van State.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten